Eindejaarsherdenking 2015

 

 
Voor de 14e keer werd op Oudejaarsmiddag een bijeenkomst georganiseerd, waarin afscheid genomen werd van hen die sinds november 2014 zijn overleden en afkomstig zijn uit Gorcum of daarmee een band hadden.
 
Meer dan 90 familieleden, vrienden en bekenden is Oudjaarsmiddag in de Toren de inmiddels traditionele Gedachtenis aan overleden Gorcummers bijeen geweest.

 Met passende teksten, meditatieve muziek en woorden van hoop en bemoediging en het met gebroken stem hardop uitspreken van de namen door nabestaanden bij het plaatsen van een kaars, kon iedereen op passende wijze dit overlijdensjaar afsluiten.

Met een kort in memoriam werd bestuurslid Peter Smit herdacht, waarna burgemeester Veldhuijzen alle niet met name genoemde stedelingen met de laatste kaars herdacht. 

De namen kregen ten slotte een plekje in een van de kokers van het Toren ornament, om op speciale dagen bij terug te komen om de geliefde te herdenken.

 

Het programma en de teksten

 
Klokken luiden 5 minuten voor aanvang
 
Welkom door Hans Sepers, bestuurlid ‘In de toren’
 
Muzikale inleiding door Merel en Gerda Schram
 
Na stiltemoment droeg Ro van Doesburg een gedicht voor
 
 
Kirsten Slettenaar sprak woorden van afscheid

Hoe langer het geleden is dat iemand is overleden, hoe meer je iemand kunt gaan missen. Want diegene is er steeds langer niet.

In het begin kan het nog lijken alsof iemand een tijdje op vakantie is.

Hij of zij komt wel weer terug, denk je dan onbewust.

Maar als het wat langer duurt, verdwijnt dat gevoel langzamerhand.

‘Hij mag nou wel weer terugkomen.’

‘Nu heb ik haar lang genoeg gemist, nu is het wel klaar.’

 

Veel mensen hebben de ervaring dat hun omgeving precies andersom redeneert.

In de dagen of weken na het overlijden is er veel aandacht, vragen mensen aan je hoe het gaat.

Dat kan ook al een heel lastige vraag zijn trouwens, want hoe geef je nou antwoord op zo’n vraag. Je weet soms zelf niet eens hoe het met je gaat.

Maar er is in elk geval aandacht.

Mensen doen hun best om met je mee te leven.

Na zo’n twee, drie maanden wordt dat vaak minder.

Voor al die andere mensen gaat het gewone leven weer verder.

Terwijl jij degene die is overleden juist harder begint te missen dan ooit.

 

Het onbegrip is soms heel dichtbij: in je eigen huis, in de eigen familie, op het werk, op de school van je kinderen.

Een leerling die een opstel schreef over het sterven van haar vader kreeg een 6 – ‘het was te emotioneel’.

Mensen in de rouw worden vaak teleurgesteld door mensen van wie ze veel verwachten: de huisarts, een pastor, een familielid, een vriend of vriendin.

 

Naast onbegrip is er ook veel verlegenheid en onmacht.

En ook onkunde. Mensen weten zich ook vaak geen raad met lijden en verdriet.

Onze cultuur draagt daar nog eens aan bij.

Uitvaartondernemers verzekeren je dat ze voor alles zullen zorgen.

Maar verdriet is niet oplosbaar.

Er kan niet altijd aan alles iets gedaan worden.

Alleen mensen helpen tegen verdriet, zei de schrijfster Connie Palmen ooit.

Mensen die stil kunnen zijn.

Mensen die niet iets doen, maar die er zijn.

Mensen die de lange duur met je uithouden. Trouwe en attente mensen.

Mensen die je geen zeurpiet vinden.

Ook na een half jaar niet. Ook na een jaar, of vijf jaar of tig jaar niet.

 

In die stilte van het verdriet willen we elkaar hier vanmiddag nabij zijn.

Ook al is ieders situatie anders, heeft ieder een persoonlijk verhaal, we begrijpen wel van elkaar hoe het is om in de rouw te zijn. Om verdriet te hebben, om iemand te missen.

We begrijpen ook van elkaar hoe goed het je kan doen als de naam van jouw dierbare kan worden genoemd.

Maar misschien herkennen we wel het meest van elkaar de stilte die is ontstaan in ons leven.

Ik lees voor u een gedicht van Marinus van den Berg. Het heet ‘De stilte komt de trap af’.

 

Hoe lang is het al geleden

dat jij de trap afkwam,

gewoon om de nieuwe dag te beginnen,

kofiie te zetten

en naar je werk te gaan, - onbezorgd.

 

Hoe lang is het al geleden

dat jij de trap opkwam,

gewoon om de dag te besluiten,

tanden te poetsen,

en je lichaam neer te leggen – wel te rusten.

 

Toen kwam de tijd dat het steeds drukker werd

op de trap.

Vreemden kwamen,

vreemden gingen.

Velen kwamen de trap op

en gingen de trap af,

jij betrad de trap niet meer.

 

Nu komt alleen nog de stilte

van de trap af.

Soms denk ik dat het nu lang

genoeg heeft geduurd,

dat je wel weer gewoon de trap

af kunt komen,

om de dag te beginnen.

Dan voel ik nog steeds meer

dat alleen nog de stilte

van de trap afkomt.

 
Moment van stilte, ieder verbleef met zijn of haar herinneringen
 
Vervolgens werden de bezoekers uitgenodigd een naam te noemen: 
men kwam naar voren van links, gaf de eerder geschreven kaart met de naam af aan Piet Augustijn
en ontving een kaars van Aad Schravendeel
daarna sprak men de naam uit van degene voor wie de achtergeblevene een kaars wilde ontsteken 
 
‘Ik steek een kaarsaan voor ….’
 
Laatste kaars werd aangestoken door voorzitter Piet Augustijn ivm het overlijden van medebestuurslid – penningmeester – Peter Smit op maandag 21 december jl.
 
Als laatste ontstak burgemeester van Gorinchem, dhr. Veldhuijzen voor alle overledenen van Gorinchem een kaars om hen te herdenken 
 
 
 
Na stilte volgt er dan weer een gedicht en muziek
 
 
Tenslotte borg medeoprichter van de stichting en wethouder van Gorinchem, dhr. Rijsdijk alle opgeschreven namen op in een van de kokers van 'De Lichttrechter'
 
Afsluiting was rond 16.00 uur
 
 
Mocht men nog even willen napraten dan was daar gelegenheid voor bij 't Oude Stadthuys op de Grote Markt
 
De intentie van de stichting is altijd geweest om op/rond gedachtenisdagen zoals verjaardag, huwelijksdatum of dag van overlijden dit herdenkingscentrum te bezoeken, alleen of met familie, vrienden of kennissen om daar even stil te staan bij deze geliefde
en eventueel als daar behoefte aan is de jaarkoker aan te raken en/of een kaarsje aan te steken
toren_0.jpg toren_1.jpg toren_2.jpg toren_3.jpg toren_4.jpg